donderdag 23 juni 2011

September 2010

Tja, daar zit je dan bij een makelaar in een klein dorp midden in Zweden en onderteken je het koopcontract van een woning. Met bibberende handen ondersteunt door Zweedse vrienden die het contract met je doornemen en af en toe vertalen, doe je samen de stap naar een nieuwe toekomst. Een toekomst in een ander land met een andere taal en gewoonten.  Een stap die voor een 60- en 55 jarige niet mis is. Hoe is dat zo gekomen?

Het begon zo’n 5 jaar geleden. We waren met de auto op trektocht langs verschillende hutten in Zweden. In zo’n vakantie zit er altijd wel een dag bij die niet goed loopt. Zo ook deze dag. Het was zaterdag en alle campings met hutten waren overvol. Geen hut bij particulieren te vinden. Ten einde raad maar eens bij een VVV in een kleine plaats binnengestapt. Ja, er was een hut. Bij een boer op het erf. Of dat erg was? Nee! Natuurlijk niet. We kregen een kaart van de omgeving mee en zijn op zoek gegaan. We kwamen terecht op een klein buurtschap met wat huizen en een vennetje. De oude eigenaar toonde ons een kleine, Zweedse bungalow aan de overkant van het ven tegenover hun woning. Wat een idyllische plek. Hier wilden we zeker blijven.

De dagen die volgden waren aangenaam. Het klikte met deze Zweedse man en vrouw. Ze waren een stuk ouder, maar nog jong van geest. Hij sprak geen woord Engels,  zij kon vertalen.
Na een paar dagen moesten we verder.  Met pijn in ons hart reden we weg.  Maar we hadden nu eenmaal een hut gereserveerd in het zuiden van Zweden.
400 kilometer zuidelijker en een desillusie rijker namen we onze intrek in een hut op de camping. De oude eigenaren waren er niet meer, onbekend bij de nieuwe beheerder die, al sigaretten rokend,  toekeek hoe zijn Thaise dames al het werk deden. Diezelfde avond heb ik opgebeld: of we misschien terug mochten komen op die prachtige, idyllische plek? Twee dagen later reden we weer 400 kilometer naar het noorden. Waar we ontvangen werden met zelfgebakken bosbessen taart en (ongezoete) slagroom. We waren thuis.
In de daarop volgende jaren zijn we zeker één keer, maar vaak ook twee maal per jaar naar onze nieuwe kennissen gegaan, die steeds meer vrienden werden. We konden – en kunnen- samen lachen. Ze hebben ons de leukste plekken in de omgeving laten zien en we kennen de kinderen en kleinkinderen. Inmiddels ontmoeten we ook hun vrienden, we gaan er op bezoek en mailen met elkaar.
Hij heeft jaren geleden een hartaanval gehad en is deels aan de linkerkant van zijn lichaam verlamd. Maar wat een doorzettingsvermogen heeft die man! Zij kreeg vorig jaar toen we samen stonden te praten een attaque en is nu sneller moe. Maar ze zetten door. Het moet ook wel, want in Zweden woon je niet met een winkel naast de deur. Die is minstens 10 kilometer verder. Het gras moet gemaaid, boodschappen gedaan. Taken die wij, wanneer we er zijn, een beetje van hen over nemen.
Dit jaar hebben zij voor het eerst onze dochter met haar man ontmoet en in hun hart gesloten.
En dan gaat het ineens snel. R krijgt een mooie aanbieding om eerder te stoppen met werken. Ons huis wordt binnen een half jaar verkocht en we verhuizen vanuit de Randstad naar het Noorden van het land waar we meer rust en ruimte hopen te vinden. Maar dat Zweden, het blijft zo trekken…
Het was een onrustige tijd. “Zullen we wel, of zullen we niet?”  Maar de knoop is doorgehakt, de beslissing genomen en zelfs al een volgende stap gemaakt. We hebben een huis in Zweden gekocht en gaan emigreren. Er is veel te regelen de komende maanden.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten