zaterdag 7 april 2012

Pasen



Het is bijna Pasen. De gekleurde veren hangen weer aan de struiken als versiering langs doorgaande wegen of in de tuinen.
De tijd gaat snel. Vorig jaar kregen we op 1 april de sleutel van ons huis hier in Zweden. Om deze tijd waren we aan het behangen.
Juist toen we druk bezig waren met behangen, de dag voor Pasen, werd er aan de deur gebeld. Een aantal kinderen met geschminkte rode konen en sproetjes en met een hoofddoekje op stond voor de deur. Verbaasd keek ik hen aan. Vrolijk Pasen riepen ze in hun beste Zweeds, gaven me een zelf ingekleurde tekening en lieten de mandjes zien die ze bij zich hadden. In die mandjes lag snoep, fruit en wat geld. Gelukkig had ik wat snoepjes in huis en kon de kinderen iets meegeven in hun mandjes.
"Dat zal me dit jaar niet weer gebeuren", dacht ik en maakte een mand met voor ieder wat snoepjes en een klein sieraadje in een zakje klaar. En ja hoor, daar kwamen ze. Het is goed dat ik ze aan zag komen, want bellen, ja dat doet men hier niet zo gauw.
Ieder kind een zakje en daar gingen ze weer.


Waar komt het idee vandaan dat de kinderen er zo verkleed bij lopen de dag voor Pasen en wat is het volksgeloof hierbij? Op Zweden.net lees ik het volgende:
In Zweden heet de woensdag voor Pasen Dymmelonsdagen, het is deze dag de bedoeling dat iemand, zonder dat hij dit merkt, iets geks op zijn rug heeft hangen.
Op Witte Donderdag of Paasavond bezoeken Zweedse kinderen de buren, terwijl ze verkleed zijn als heksen. Ze laten dan een versierde Paaskaart achter en krijgen hiervoor in ruil geld of iets lekkers. In West-Zweden versturen de mensen vaak anonieme Paaskaarten.
Wanneer het Goede Vrijdag is, bezoeken jonge mannen allerlei boerderijen uit de buurt en slaan meisjes met berkentwijgen tot ze een alcoholische drank krijgen. Op Paaszondag doen de vrouwen hetzelfde bij de mannen, zij slaan dan de mannen met berkentwijgen.
Al een lange tijd heerst in Zweden het bijgeloof dat rond Pasen de toverkracht van heksen op zijn sterkst is en ze het meest actief zijn. Ze vliegen op hun bezems op Witte Donderdag naar een bijeenkomst met de duivel op de plaats 'Blåkulla'. De zaterdag die volgt keren ze weer terug. In een kerktoren in de buurt verzamelen de heksen zich om gezamenlijk de lange weg voort te zetten. In Zweden is het een bewijs van domheid of veel moed om de nacht van Witte Donderdag door te brengen in een kerktoren.
Op Paasmorgen doen mensen hun haard aan, zodat de heksen klem komen te zitten in de schoorstenen als ze terugkomen van Blåkulla. 9 verschillende takken worden eerst verbrand, om zeker te zijn dat de schoorsteen veilig is. Vroeger werd er met geweren in de lucht geschoten, heilige symbolen op deuren geschilderd en vreugdevuren gebouwd, als bescherming tegen kwaadaardige krachten in deze periode. Het stoken van het grootste vreugdevuur is nog steeds een traditie in Zweden. Inmiddels heeft vuurwerk de vuurwapens vervangen.

Toch weer heel anders dan in Nederland. Het bijgeloof is natuurlijk tegenwoordig grotendeels verdwenen en de mensen zijn zakelijker geworden. We passen ons aan de Zweedse folklore aan, hetzij niet altijd helemaal. Wij houden tenslotte ook onze Nederlandse gewoonten in ere.
Hoewel.... die berkentwijgen op Paaszondag....