donderdag 30 juni 2011

september 2010 deel 2

Op de terugweg vanuit Zweden naar huis kijken we elkaar eens aan: “wat onwerkelijk allemaal. We hebben een huis gekocht en we rijden er vandaan”.
Op 1 april krijgen we pas de sleutel. Het is geen mop, maar een aangename grap. De datum hebben we zelf gekozen, omdat we op zo’n grote afstand moeilijk het huis warm kunnen houden in de winter.
Nu kunnen we in het voorjaar het huis op gaan knappen. En in de zomer verhuizen. We zullen de komende winter in Nederland tijd nodig hebben om de verhuizing te gaan regelen.
In Zweden hebben we alvast opdracht gegeven, met toestemming van de huidige bewoonster, om voor de winter het garage- en slaapkamerdak van nieuwe bedekking te voorzien. Als dat nog een winter vocht krijgt zou het misschien kunnen gaan lekken. Zij zorgt voor een reparatie in het was gedeelte.
Eenmaal thuis moeten de familie en vrienden ook op de hoogte worden gesteld. Voor de twee oude moeders en onze broers is het natuurlijk behoorlijk slikken. Want als je als moeder van 87 en 91 jaar hoort dat je kind naar het buitenland gaat verhuizen valt dat natuurlijk niet mee. Elk afscheid kan het laatste zijn tenslotte. Ze gunnen ons al het geluk, maar huilen in hun hart.

We tonen foto’s van in en om het huis, vertellen en troosten: “het duurt nog bijna een jaar”.  Mijn moeder vraagt elk telefoongesprek dat ik met haar heb: “wanneer ga je ook al weer weg?” “Volgend jaar na je verjaardag mam”. Vrienden reageren enthousiast: “hebben we een vakantieadres”. Ja, inderdaad, maar wel een adres dat 1500 km van Nederland ligt. Per auto goed te bereiken, maar met het vliegtuig moeilijker.
Hoewel.. als wij in Zweden 3 uur rijden naar het vliegveld om ze op te halen en weer 3 uur terug dan lukt het wel. Dat zal vast nog wel eens gebeuren. Dat hoort erbij tenslotte.

Er is email, skype en msn. De contacten worden anders, maar kunnen zeker net zo goed zijn. En we zullen natuurlijk af en toe naar Nederland komen.


donderdag 23 juni 2011

September 2010

Tja, daar zit je dan bij een makelaar in een klein dorp midden in Zweden en onderteken je het koopcontract van een woning. Met bibberende handen ondersteunt door Zweedse vrienden die het contract met je doornemen en af en toe vertalen, doe je samen de stap naar een nieuwe toekomst. Een toekomst in een ander land met een andere taal en gewoonten.  Een stap die voor een 60- en 55 jarige niet mis is. Hoe is dat zo gekomen?

Het begon zo’n 5 jaar geleden. We waren met de auto op trektocht langs verschillende hutten in Zweden. In zo’n vakantie zit er altijd wel een dag bij die niet goed loopt. Zo ook deze dag. Het was zaterdag en alle campings met hutten waren overvol. Geen hut bij particulieren te vinden. Ten einde raad maar eens bij een VVV in een kleine plaats binnengestapt. Ja, er was een hut. Bij een boer op het erf. Of dat erg was? Nee! Natuurlijk niet. We kregen een kaart van de omgeving mee en zijn op zoek gegaan. We kwamen terecht op een klein buurtschap met wat huizen en een vennetje. De oude eigenaar toonde ons een kleine, Zweedse bungalow aan de overkant van het ven tegenover hun woning. Wat een idyllische plek. Hier wilden we zeker blijven.

De dagen die volgden waren aangenaam. Het klikte met deze Zweedse man en vrouw. Ze waren een stuk ouder, maar nog jong van geest. Hij sprak geen woord Engels,  zij kon vertalen.
Na een paar dagen moesten we verder.  Met pijn in ons hart reden we weg.  Maar we hadden nu eenmaal een hut gereserveerd in het zuiden van Zweden.
400 kilometer zuidelijker en een desillusie rijker namen we onze intrek in een hut op de camping. De oude eigenaren waren er niet meer, onbekend bij de nieuwe beheerder die, al sigaretten rokend,  toekeek hoe zijn Thaise dames al het werk deden. Diezelfde avond heb ik opgebeld: of we misschien terug mochten komen op die prachtige, idyllische plek? Twee dagen later reden we weer 400 kilometer naar het noorden. Waar we ontvangen werden met zelfgebakken bosbessen taart en (ongezoete) slagroom. We waren thuis.
In de daarop volgende jaren zijn we zeker één keer, maar vaak ook twee maal per jaar naar onze nieuwe kennissen gegaan, die steeds meer vrienden werden. We konden – en kunnen- samen lachen. Ze hebben ons de leukste plekken in de omgeving laten zien en we kennen de kinderen en kleinkinderen. Inmiddels ontmoeten we ook hun vrienden, we gaan er op bezoek en mailen met elkaar.
Hij heeft jaren geleden een hartaanval gehad en is deels aan de linkerkant van zijn lichaam verlamd. Maar wat een doorzettingsvermogen heeft die man! Zij kreeg vorig jaar toen we samen stonden te praten een attaque en is nu sneller moe. Maar ze zetten door. Het moet ook wel, want in Zweden woon je niet met een winkel naast de deur. Die is minstens 10 kilometer verder. Het gras moet gemaaid, boodschappen gedaan. Taken die wij, wanneer we er zijn, een beetje van hen over nemen.
Dit jaar hebben zij voor het eerst onze dochter met haar man ontmoet en in hun hart gesloten.
En dan gaat het ineens snel. R krijgt een mooie aanbieding om eerder te stoppen met werken. Ons huis wordt binnen een half jaar verkocht en we verhuizen vanuit de Randstad naar het Noorden van het land waar we meer rust en ruimte hopen te vinden. Maar dat Zweden, het blijft zo trekken…
Het was een onrustige tijd. “Zullen we wel, of zullen we niet?”  Maar de knoop is doorgehakt, de beslissing genomen en zelfs al een volgende stap gemaakt. We hebben een huis in Zweden gekocht en gaan emigreren. Er is veel te regelen de komende maanden.